Zaaltekst Copy/Paste-Remix tentoonstelling, stadhuis Heerlen, 10 augustus - 20 december 2018
Jos Jacobs is zijn carrière begonnen als schilder tekenaar. Sinds 1994 maakt hij voornamelijk ruimtelijk werk, maar zet hij ook digitale technieken in. Voor de serie Empty Faces bewerkt hij analoge tekeningen, monotypes en collages van gestileerde hoofden digitaal. Hij legt er een pixelstructuur overheen, zoals ook te zien is bij onherkenbaar gemaakte foto’s in de media. Een conceptuele vorm van schilderkunst. Hoofden - als beschermers van de hersenen en daarmee een centraal deel van het
menselijk lichaam - komen vaker terug in Jacobs’ werk. Ze vormen een centraal deel van het lichaam en lijken qua vorm op een ei, de basis van het leven.
Jacobs koos het werk Untitled 2400070 van Katinka Lampe uit de gemeentelijke collectie SCHUNCK. Hij koos voor dit werk, omdat hij er aspecten en facetten in herkende die bruikbaar zijn voor een
persoonlijke interpretatie. Ze lopen parallel met het concept van zijn koppen uit de serie Empty Faces, zowel naar vorm als inhoud, ook al zijn ze helemaal anders. Voor zijn interpretatie van het
werk bewerkte hij een scan van Lampe’s werk met een grafisch tekenprogramma. In het pixelpatroon ging hij te werk zoals een schilder dat doet bij de opbouw van een analoog schilderij, maar dan
met het aanbrengen en bijsturen van pixels in plaats van met verftoetsen. Na aanzet van de vorm en impressie werden kleuren en tonen afgewogen en bijgestuurd. De uiteindelijke print, op dezelfde
grootte als het origineel werk, liet hij door een gespecialiseerd printbedrijf drukken op zeil.
Over de manier waarop Jacobs de thematiek van CopyPaste/Remix projecteert op zijn eigen werk vertelt hij: “Er ontstaat een spanningsveld tussen het pixelpatroon en de voorstelling. Wanneer zien
we vierkantjes, wanneer verbeelden we een
voorstelling? De toetsen worden pixels en de koppen worden schimmen. Inhoudelijk krijgen de beelden daardoor een ‘anonimiteit’ die zowel van toepassing is voor de schriftuur van het origineel,
als voor de voorstelling van het onderwerp.” Hij legt uit hoe dit in het voor dit project vervaardigde werk tot uiting komt: “het oogt als een röntgenfoto of scan van het schilderij. Het
schilderij van Katinka is een portret, waarbij de gelijkenis met het model duidelijk geen doel op zich was. De blik is naar beneden afgewend, er is geen oogcontact met de toeschouwer, het gelaat
is weg geverfd en het heeft geen titel. In mijn Copy/Paste/Remix werd de identiteit van het personage helemaal weggenomen. Wat overblijft is het nabeeld van de kop, genoegzaam in zichzelf
gekeerd, maar toch lieflijk en esthetiserend.”
Jacobs schreef zich in voor Copy/Paste/Remix, omdat hij in de eerste plaats zijn werk graag wil tonen aan publiek, bij voorkeur in optimale omstandigheden wat betreft expositieruimte en
professionele ondersteuning. In de titel zag hij een link met digitale beeldvorming. Hij zag het als een uitdaging om zijn manier van werken voor de serie Empty Faces toe te passen op werk van
een ander kunstenaar, met bronvermelding en in aanwezigheid van het originele werk.
Virginia Hameleers
conservator Schunck Heerlen / aug. 2018
Tekstfragment uit tentoonstellingsbrochure ‘Parallellen’ / apostelhuis Alden Biesen
Jos Jacobs is zijn carrière begonnen als schilder-tekenaar, maar is sinds 1994 in hoofdzaak met ruimtelijk werk bezig. Hij hanteert daarbij diverse materialen: roestvast staal, messing, koper en brons die hij al zoekend vindt, een zoeken dat wellicht toch eerder gerelateerd is aan wat Picasso ooit zei: “Ik zoek niet, ik vind.” Welnu, Jos Jacobs construeert met deze gezochte/gevonden metalen onderdelen een artistiek geheel. Zeer vaak een hoofd in de vorm van een hersenschedel, waarbij de vorm tegelijk duidt op de inhoud en daardoor een metafoor wordt voor het hele werk. Vorm en inhoud zijn bij Jos Jacobs immers een ondeelbaar geheel. De vorm vertelt niet het verhaal van de inhoud, maar IS de inhoud. Er is dus geen sprake van scheiding, zelfs niet van twee-eenheid, maar van ondeelbaarheid. Het werk doet zelfs denken aan een hersenspinsel, met klemtoon op de spin, die haar poten in alle richtingen spreidt. Kwetsbaar en beschermend tegelijk: als een harnas, een kuras, een gezichtsbescherming bij het schermen. Is het niet zo dat bij de Franse kunstenares Louise Bourgeois de behoefte aanwezig was om “pijn, verdriet, agressie, angst, liefde, verlangen” om te zetten in het beschermend weven van de spin? In haar beschermende aanwezigheid?
Jos Jacobs werkt daarbij met open en gesloten vormen. Hij creëert volumes en spaties. Vermits hij van in het begin van zijn artistieke carrière niet alleen met schilderkunst bezig was, maar ook met grafische technieken, bracht hij dus in zijn schilderen de grillige lijn binnen en heeft die in feite nooit meer losgelaten. Want ook in zijn driedimensionaal werk ligt de lijn aan de basis van die spaties. Nu eens viert de zuivere lijn hoogtij, creëert ze in plat metaal heel open structuren, die alleen hun schaduw dulden. Hij is in staat om een schaal te construeren waarin een doorgezaagde kelk, een doodshoofdstructuur en andere vreemdsoortige attributen/ingrediënten als vruchten figureren, m.a.w. een stilleven representeren, dat alludeert op een vanitascreatie.
In het driedimensionaal werk is er tevens een duidelijk verband met de natuur. Jos Jacobs heeft blijkbaar een zwak voor bonsaiboompjes en hun schijnbaar onberekenbare groeiwijzen, door mensenhand in toom gehouden. Eenzelfde gevoel heb je bij zijn beeldend werk. Wat op het eerste gezicht een spontaan en natuurlijk gebeuren kan genoemd worden, blijkt in wezen een goed geleid en in de hand gehouden creatief proces te zijn.
Jos Jacobs heeft iets met hoofden, met hoofden die het brein/de hersenen beschermen, a.h.w. een centraal deel zijn van het menselijk lichaam, de mens dus. Tegelijk heeft dat hoofd de vorm van een ei, de basis van het leven.
Dat wordt des te nadrukkelijker in de tekeningen, de collages, het grafisch werk, waarin dat hoofd vaak opduikt, soms onopvallend maar zich toch zichtbaar manifesteert.
Ik sprak van open en gesloten vormen. Je zou ze eveneens transparant en gelaagd kunnen noemen, waarbij de voorkant de achterkant is en vice versa. Dit gebeurt vaak door middel van een spiegel, een spiegelbeeld, waardoor een spiegelend effect ontstaat. Je krijgt daardoor een interessant lijnenspel, waardoor de link met/de overgang naar het grafisch werk rimpelloos verloopt. Het bijzondere aan de tekeningen, aan het grafisch werk is immers ook weer de behandeling van de drager: het papier. Jos Jacobs bewerkt het zodanig, dat het a.h.w. een marmeren oppervlak krijgt. Het lijkt op handgeschept papier, waarin nog resten van een vorig proces aanwezig zijn, terwijl het effectief onderhevig is geweest aan een procedé met een water- /olieverfbad, dat voor een rocaillegevoel gezorgd heeft. Het lijken olievlekken op het water, schuimoplossingen, warmwaterbellen, stromingen, ongecontroleerde bewegingen. Net zoals de hersenen en hun samenstelling zorgen voor een eindeloze stroom van gedachten/beelden/dromen/kleuren/schaduwen in gradaties allerhande.
Wat het ook zij, op die manier creëert Jos Jacobs op papier een gelaagdheid die aan zijn driedimensionaal werk raakt en dat refereert dan weer door zijn lijnenspel en zijn soms barokke uitstraling aan de collages en de tekeningen. Binnen refereert aan buiten, vorm reflecteert inhoud, driedimensionaal smelt samen met papier. Eenheid is dus alom aanwezig.
Fernand Haerden
kunstrecensent / april 2013